Afbeelding

Column Astrid: Tranen met tuiten

Column

Ken je dat? Dat je zo hard moet lachen dat je alleen nog zo'n raar hikkend geluid kan voortbrengen, dat de tranen over je wangen stromen en dat als je eindelijk bedaard bent, je er maar aan hoeft te denken om weer spontaan met je handen te gaan klapwieken? Kortom: lachen vanuit je tenen.

Ik wil minstens één keer per week voluit lachen. Geloof me, er bestaat geen betere therapie, dan de lachtherapie.

Ik lach gelukkig heel wat af. Meestal krijg ik bovengenoemde lachsessie vooral om dingen die andere 'wel-grappig-maar-ook-weer-niet-hilarisch' vinden. Het feit dat ik hikkend de waterproof mascara toch over mijn wangen kan laten stromen, vinden anderen grappiger.

Met mijn zus deelde ik mijn humor. We noemden het zussenhumor. Samen konden we enorm lachen om de meest suffe dingen en er was niet veel meer nodig dan zo'n herinnering ophalen of we gingen weer.

Ik weet nog dat ik een keer een interview deed – serieus onderwerp – en ik halverwege naar beneden keek, opeens het label wat binnen mijn trui hoort te zitten aan de zijkant zag wapperen, en vervolgens me niet meer kon focussen op het gesprek. Het enige wat ik kon denken was of mijn twee gesprekspartners het doorhadden. Toen ik eindelijk buiten stond, belde ik direct zus. Maar ik kon niets uitbrengen, het absurde van de situatie drong tot mij door en vervolgens zaten we samen tien minuten te lachen aan de telefoon voordat ik ook maar een woord had gezegd. Dat was oprecht zussenhumor. Meelachen zonder te begrijpen waar het over gaat. De binnenste-buitentrui bleef ook een dingetje, net zoals al die andere suffe dingen waar we zo vreselijk om moesten lachen. Dat ik in de vroege ochtend een zak sla in mijn tas had gestopt in de veronderstelling dat het mijn lunchpakketje was bijvoorbeeld.

Ruim vier jaar geleden overleed mijn zus en ik denk dat ik de zussenhumor nog het meest van alles mis. Het honderd procent begrijpen van elkaars gevoel, wat zich dus ook uitte in onze humor.

Nog steeds heb ik lachbuien met vrienden, vriendinnen en collega's, maar het was eigenlijk nooit meer zoals met zus.

Totdat ik opeens in een proestbui met mijn dochters verwikkeld was. En nog een keer en nog eens. Mijn dochters blijken dezelfde humor te hebben. Ik kan mijn klunzige gedrag en niet altijd even slimme opmerkingen weer delen met twee meiden die net zo meelachen als zus deed.

Toen ik dat besefte, werden het tranen van blijdschap. De zussenhumor is terug…

Advertenties uit de krant