Burgemeester blij met BAR-rapport

RIDDERKERK - Burgemeester Anny Attema heeft met veel voldoening het rapport van bureau Berenschot over de BAR-samenwerking gelezen. Dit onderstreept volgens de burgemeester dat de ambtelijke organisatie voor Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk staat als een huis: "Het is bovendien meer dan we hadden mogen verwachten."
Het onderzoek van Berenschot werd gedaan op verzoek van BAR-partner Barendrecht. Het college wilde een nieuwe evaluatie na het rapport van de Rekenkamer Barendrecht, die eind 2015 veel pijnpunten over de BAR noteerde. Volgens Attema kwam dat onderzoek ook veel te vroeg. "De BAR bestond toen net een jaar. Niet zo gek dat er toen nog allerlei kinderziektes en tekortkomingen waren. Daar hebben bijstellingen op plaatsgevonden. Zo hebben we met de informatie van tussentijdse rapportages steeds bijgestuurd. Op basis daarvan mag je nu echt wel concluderen dat ons BAR-model werkt zoals we voor ogen hadden" stelt de burgemeester.

Doelstellingen gehaald
Attema had dan ook alle vertrouwen in de uitkomsten toen het college van Barendrecht dit jaar een nieuw onderzoek aankondigde. Ze sprak dit openlijk uit in een raadscommissie, waarin vragen werden gesteld aan de Ridderkerkse medewerking aan een mogelijk weer kritisch Barendrechts rapport. "Ik heb hierin mijn gelijk gekregen. We worden hierin bevestigd dat de organisatie goed functioneert. Alle doelstellingen van de ambtelijke samenwerking zijn behaald of lijken te worden behaald"wijst de burgemeester op de conclusies van Berenschot. Ze vindt dat de organisatie hiervoor alle complimenten verdient: "Want we hebben nogal wat van ze gevraagd. Voor al onze ambtelijke diensten moest een nieuwe organisatie worden gevormd, maar dat moest ook tien procent goedkoper. Ook kwamen er door de decentralisering nieuwe taken bij. Er staat nu een organisatie die dat allemaal aan kan."

Zelfstandigheid
Berenschot merkt wel op dat er in de bestuurlijke samenwerking nog winst is te behalen voor de betrokken gemeenten. Burgemeester Attema vindt het een misvatting dat er naast de ambtelijke samenwerking ook bestuurlijk één lijn getrokken moet worden. "Wat we wilden is een sterke ambtelijke organisatie, waarmee we al onze gemeentelijke taken kunnen uitvoeren. Ook kunnen we nu samen doen waar we als gemeente zelf te klein voor waren. Bestuurlijk hebben we als gemeente elk onze zelfstandigheid behouden" onderstreept ze: "Dat betekent dat we er soms voor kiezen om samen te werken en soms ook niet. Die koers bepalen de gemeenteraden. We hoeven het bestuurlijk echt niet eens te zijn om goed te kunnen samenwerken op de terreinen waar dat wel voor nodig is. Daar zijn de afspraken glashelder over."