Afbeelding

Peter van der Knaap beoordeelt verkeersveiligheid

Algemeen

RIDDERKERK - Oud-Ridderkerker Peter van der Knaap (52) is directeur van de SWOV, het nationale instituut voor verkeersveiligheid en topadviseur van de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen. Van der Knaap studeerde bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Na zijn promotie tot doctor heeft hij gewerkt bij het ministerie van Financiën en de Algemene Rekenkamer, maar altijd op het snijvlak van wetenschap, onderzoek en beleid. Met zijn broer Albert en zussen Saskia en Sanderijn groeide hij op aan de Donckselaan, waar zijn vader een huisartsenpraktijk had.
Peter van der Knaap omschrijft zichzelf als een mengeling van een harde werker en een levensgenieter. Dat straalt hij tijdens het gesprek ook uit. Hij spreekt met veel overtuiging over het belang van verkeersveiligheid, maar kan in tussenzinnen enthousiast vertellen over zijn liefde voor de zee en zijn passie voor kitesurfen en muziek.

door Peter Meij

Wat herinner jij je van Ridderkerk uit je jeugd?
Heel veel! Ik weet bijvoorbeeld nog precies hoe het oude gemeentehuis eruit zag, met dat mooie torentje. En oud-Bolnes met de dijk en de scheepswerven. In het begin werden de schepen nog met klinkhamers en klinknagels in elkaar gezet: dat vond ik altijd een mooi, beetje tinkelend geluid. Verder herinner ik me ook heel goed de geur van nieuwbouw: opdrogend beton en nieuw hout. Mooi waren ook de 3x2 fietsweken en speciale bouwkampen, waar je als kind hutten mocht bouwen.

Hoe is het om in een huisartsgezin op te groeien?
Druk! Het was een echt ouderwetse huisartsenpraktijk waar de bedrijvigheid al om zeven uur in de ochtend begon en er de hele dag mensen waren. Er werd hard gewerkt maar het was ook gezellig. We waren met zijn zessen thuis. Toen we wat ouder waren hielp iedereen mee, al was het maar af en toe met de telefoon opnemen of patiënten in de wachtkamer ontvangen.

Welke plekken in Ridderkerk hebben een speciale betekenis voor jou?
Het Donckse Bos waar je kon tennissen en schaatsen, maar ook het stuk land buiten de dijk bij de rivier. Daar kon je geweldig spelen. Verder had ik het erg naar mijn zin op school: de Petraschool in Bolnes en de Guillaume Farel – later Farel College. Met een aantal vrienden uit die tijd heb ik nog steeds contact. Surfen deden we op het Waaltje in Rijsoord, waar ik ook in de theetuin heb gewerkt, achter de bar. Ook was ik niet weg te slaan uit De Singel, waar Herman Brood vaak speelde met zijn Wild Romance.

Hoe is om naast het oorlogsmonument aan de Donckselaan te wonen?
Op die plek heeft zich aan het eind van de oorlog een waar drama afgespeeld. 'Gevallen door het geweld des vijands' staat erop, dat maakte indruk. Er zijn foto's van hoe ons huis er toen aan toe was: de voorkant was zwaar beschadigd. Als jongetje heb ik een kogel uit de muur gepeuterd: dat is natuurlijk spannend. Maar het indrukwekkendste is het verhaal erachter (Het oorlogsmonument is opgericht ter nagedachtenis aan de acht Ridderkerkers die vlak voor het doktershuis op 8 mei 1945 door de Duitse bezetters zijn doodgeschoten).

Wat heb je aan waarden en normen meegekregen uit je opvoeding?
Je best doen, hard werken, anderen helpen, maar ook van het leven genieten en de wereld zien. Mijn ouders namen ons overal mee naar toe: verre landen, musea, concerten. Maar ik heb ook jarenlang De Combinatie rondgebracht, en met plezier!

Hoe zou jij jezelf qua persoonlijkheid omschrijven?
Dezelfde mengeling denk ik: vaak serieus aan het werk maar dan weer volop genietend van iets anders. Een uit de klei getrokken Hollander, maar met een scheut joie de vivre.

Je bent directeur van de SWOV – het nationale onderzoeksinstituut voor verkeersveiligheid. Je maakt je zorgen over het hoge aantal doden en gewonden in het verkeer. Hoe verklaar je het toenemend aantal verkeersslachtoffers?
Voor een deel is het de wet van de remmende voorsprong. Nederland deed het altijd goed: minister Eurlings noemde ons zelfs 'wereldkampioen verkeersveiligheid'. Maar zo'n positie is lastig om vol te houden. Daarnaast fietsen we veel, laten we ons afleiden door smartphones en hebben we ook steeds meer oudere verkeersdeelnemers.

Is er een reden waarom je gekozen hebt voor verkeersveiligheid?
Het was een optelsom, maar het overlijden van oud-leerling Harmen Schwartz heeft indruk op mij gemaakt. Hij is na het eindexamen omgekomen bij een motorongeluk. Het heeft mij altijd verbaasd dat zoveel mensen het gewoon lijken te vinden dat er dagelijks mensen omkomen in het verkeer.
Minister Van Nieuwenhuizen wil tempo maken met verkeersveiligheid. Ze laat de ambitie los om in Nederland maximaal 500 verkeersdoden te hebben (nu 613). Haar ambitie is nul 0 verkeersdoden en 'zero tolerance'.

Wat vind je van die aanpak?
Daar ben ik heel blij mee. Helemaal geen doden of gewonden in verkeer gaat niet lukken, maar je kunt het verkeerssysteem wel zo inrichten dat iedereen die zich aan de regels houdt erop mag rekenen dat hij veilig thuiskomt. Dat spreekt de minister zeer aan. Wat erg meehelpt is dat in het regeerakkoord staat dat verkeersveiligheid weer een nationale prioriteit moet krijgen. Dat is het lang niet geweest.

Wie moet het initiatief nemen?
Verkeersveiligheid moet niet alleen door het rijk, maar vooral ook door de gemeentes en de provincies opgepakt worden. 85 Procent van alle verkeersdoden valt op provinciale en gemeentelijke wegen. Zeventig procent van de gemeenten geven aan te moeten bezuinigen op wegonderhoud. Dat gaat knellen.

Hoe kan een gemeente de verkeersveiligheid vergroten?
Het belangrijkste is consequent te zijn en echte keuzes te maken. We weten dat het mengen van kwetsbare verkeersdeelnemers zoals fietsers en voetgangers en gemotoriseerd snelverkeer boven 30 kilometer per uur geen goed idee is. Zorg dan voor goed ingerichte woon- en winkelgebieden en voor vrij liggende fietspaden langs ontsluitingswegen. En vergeet ook het onderhoud niet!

Wat zijn qua verkeersveiligheid succesvolle gemeentes?
Dat zijn gemeentes die consequent en systematisch aan verbetering werken en waar ook voldoende budget voor maatregelen wordt uitgetrokken. Op de site van SWOV kan iedereen zijn gemeente met andere gemeenten vergelijken. Uitgedrukt per kilometer weglengte doet Ridderkerk het iets beter dan gemiddeld.

Welke verkeersmaatregelen hebben het meeste effect op de verkeersveiligheid?
Een goede weginrichting is het belangrijkste. Je moet wegen zo inrichten dat een verkeersdeelnemer – of dat nu een fietser of een automobilist is – zich vanzelf veilig gedraagt. Kijk ook naar de mogelijkheden hoe de afscheiding tussen fietspad of weg en berm beter zichtbaar en 'vergevingsgezinder' kan worden gemaakt. Een vergevingsgezinde berm is een berm zonder obstakels of een fietspad zonder rechtopstaand randje. Dan leidt een foutje niet onmiddellijk tot letsel. En de standaardsnelheid zou in een woonwijk of door een winkelgebied 30 km/uur moeten zijn met een inrichting die erbij past.

Is het niet vreemd dat (snor)scooters zonder helm op het fietspad mogen rijden?
Nederland staat als enig Europees land scooters toe zonder helmplicht. De scooter is ooit bedoeld als een fiets met hulpmotor. Zeeuwse en Scheveningse dames hebben er vanwege de klederdracht voor gezorgd dat ze geen helm op hoefden. Maar door allerlei aanpassingen zijn sommige scooters praktisch gezien motoren geworden: ze zijn zwaar, breed en hebben een groot motorvermogen. Dat soort scooters zorgen voor overlast en risico's op het fietspad. Maar het is een populair vervoersmiddel. Er zijn er 700.000 van in Nederland. Twee keer zoveel als brommers. Dat is een groot kiezerspotentieel.

Rij je zelf voorzichtig?
Mijn eerste auto was een Eend. Dat was rustig en ontspannen rijden. Nu heb ik een grote, snelle Citroën: de C6. Ik ken absoluut het genoegen om een bocht goed en snel aan te snijden. Maar in de bebouwde kom rijd ik meestal zo'n 40 km, ook als je 50 km mag.

Hoe kijk je naar de toekomst?
Hoopvol! Als je ziet wat er door nieuwe technieken mogelijk wordt, in het verkeer maar bijvoorbeeld ook in de medische zorg, dan kun je alleen maar positief zijn. De uitdaging is wel om die kansen echt te benutten en niet te denken: het komt vanzelf wel goed. Daarnaast is het belangrijk om goed met elkaar om te blijven gaan, in het verkeer, maar ook daarbuiten.

Zie je jezelf ooit weer wonen in Ridderkerk?
Goeie vraag! We wonen nu heel mooi in Den Haag, op vijf minuten hardlopen van het strand. Maar als ik terugdenk aan vroeger dan was de Donckselaan toch wel een paradijsje op aarde. En de nuchterheid van veel Ridderkerkers, dat mis ik soms ook.

Advertenties uit de krant