Afbeelding
FOTO

Groot verhaal: Gastvrije ontvangst in Gambia

Algemeen

Bij Laura van der Wende kwam ik op bezoek voor de serie 'Waar ken ik jou van?', maar het eerste uur dat ik bij haar aan de keukentafel zat, stelde ik enkel vragen over haar stichting Schinchou Algahie in Gambia. Ik zou zelf een week later naar Gambia vertrekken en was razend nieuwsgierig. Laura regelde dat ik samen met mijn vriend Richard het dorpje Shinchou kon bezoeken, de kippenfarm en de school.

Door Astrid Potuijt

Op woensdag 31 oktober was het zover. Net een dag in Gambia, ontzettend onder de indruk van wat we allemaal zagen en hoorden, werden we opgehaald door Yayah, de man met wie Laura zes jaar geleden in contact kwam en waardoor ze de stichting opzette. Yayah werkte toen nog in een winkeltje waarbij hij voor zijn salaris afhankelijk was van een percentage van de verkopen. Vaak verdiende hij nauwelijks geld, terwijl hij toch de hele dag in de winkel aanwezig was. Laura maakte de eerste dagen van haar verblijf meerdere praatjes met hem en het viel haar op dat hij intelligent was en heel goed op de hoogte was van de politiek in het land. Na een paar dagen nodigde Yayah haar en haar dochter, met wie ze op vakantie was, uit om te komen lunchen. Zo maakte zij kennis met zijn familie en andere inwoners van het dorpje. Eenmaal weer thuis overlegde ze met haar man Tom hoe ze wat voor Yayah en zijn gezin konden betekenen en dat werd in eerste instantie een opleiding tot leraar. Yayahs droom was om bij te dragen aan een beter leven voor de kinderen. Nu kreeg hij de mogelijkheid en daar maakte hij goed gebruik van. In de afgesproken vier jaar volgde hij de opleiding en inmiddels werkt hij op een middelbare school, waardoor hij een beter salaris verdiend en een bevlogen leraar is. Laura en Tom zorgden ook voor een echt 'huisje' voor het gezin en daarna richtten ze de stichting op om de allerarmste kinderen naar school te laten gaan. Weer later kwam daar een kippenfarm bij, waardoor de inwoners van het dorp met de verkoop van de eieren in de toekomst zelf de schoolkosten bij elkaar kunnen verdienen. Hartstikke mooi en intrigerend. Ik heb vaker mooie mensen zoals Laura gesproken, maar nooit eerder kreeg ik de kans om het werk dat zo'n stichting verzet met eigen ogen te mogen zien.

Zestig kinderen per klas
De stichting had een taxi geregeld, die wij uiteraard zelf betaalden, want Gambianen doen alles of lopend of met een taxi als ze daar geld voor hebben. Er zijn ook heel goedkope taxi's in de vorm van busjes, waar de banken uitgehaald zijn en plankjes voor in de plaats zijn gezet zodat er heel veel mensen in zo'n busje passen. Na een half uurtje rijden kwamen we bij de school aan. Het schoolbestuur en de leerlingen waren op de hoogte gebracht van ons bezoek. Na een aantal handen schudden bij het schoolhoofd, de assistent en een aantal leerkrachten, bezochten we de klassen van zestig kinderen per stuk. De kinderen zitten halve dagen op school omdat er te weinig lokalen zijn om alle ruim duizend kinderen les te geven. Zo zijn de klassen dus de hele dag gevuld. Stichting Sinchou Algahie sponsort de allerarmste kinderen zodat ze ook naar school kunnen, een warme maaltijd krijgen, een schooluniform en schoenen. De maaltijd wordt door vrouwen uit het dorp bereid en rond de klok van twaalf naar school gebracht. In totaal zijn dat zestig kinderen en kost het vijf euro per maand per kind om naar school te kunnen gaan. Tot onze verrassing werden we in alle klassen welkom geheten door de kinderen met een 'Goodmorning mister Richard and miss Astrid'. Super leuk om de kinderen dit in koor te horen zeggen. Daarnaast werden we in iedere klas toegezongen. De kinderen, allemaal in schooluniform, waren erg enthousiast. Ze zwaaiden ons vrolijk uit en sommige gingen zelfs uit het raam hangen om ons nog een handje te geven. Ik vermoed dat koningin Máxima zich zo ongeveer moet voelen als ze een school bezoekt. Het was heel speciaal en dit bezoek ging veel te snel. Bij het schoolhoofd gaven we de potloden, pennen, gummen en puntenslijpers af die we uit Nederland hadden meegenomen. Daarna moesten we alweer naar de volgende stop. De kippenboer. Op zijn compound (stukje grond met een huisje erop) werden we welkom geheten. Hij liet ons meteen het kippenhok zien waar helaas nog maar 35 kippen in leefden. Het was de bedoeling dat de kippen voldoende eieren zouden leggen zodat uiteindelijk de stichting zichzelf gaat financieren. Maar helaas hebben ze pech gehad met de kippen. De kippengriep velde veel kippen en na de aanvulling van het lege kippenhok bleken de kippen stress te hebben, waardoor ze geen eieren leggen. Een kip kan men al sponseren voor een euro. En hopelijk gaat het uiteindelijk aanslaan. Want de eieren leveren een mooi bedrag op. De kippenboer (waarvan de naam me ontschoten is) liep met ons over zijn compound, plukte pinda's uit de boom en bood deze aan ons aan en we maakten kennis met zijn vrouw en moeder. Zijn zoontje was net een jaar jong. Gelukkig hadden we bij de kringloopwinkel ook wat babyspeelgoed ingeslagen en zo konden we zijn zoontje een leuk piepboekje cadeau doen. Inmiddels waren er in de ingang van de compound van de kippenboer een stel kinderen komen staan. Zij hoopten natuurlijk op cadeautjes van deze 'witte' mensen. Toubab noemden ze ons. We verdeelden pennen en uitdeelzakjes Haribo onder de kinderen.

De familie van Yayah
Hierna reden we naar de compound van Yayah. Hij woont hier met zijn vrouw Fatou, twee kinderen, moeder, zus en twee broers met hun familie. Het zag er redelijk netjes uit. Geen wc, geen water, geen elektriciteit. Maar wel allemaal blije mensen. De stroopwafels die we meebrachten werden als 'lekker' bestempeld en wij kregen vis en gefrituurde aardappels. Yayah vertelde ons over zijn leven en later had ik nog de grootste lol met de kleine kinderen. Ik filmde ze en dat vonden ze ontzettend leuk om terug te zien. Ze gingen steeds gekker doen voor de camera. De kinderen plakten vanaf binnenkomst aan ons vast. Ze lieten onze handen niet meer los. Het meegebrachte ondergoed en uiteraard nog meer pennen, snoepjes en wat speelgoed, gaven we aan Yayah. Hij kon het beste bepalen wie er wat kon krijgen. Ik sprak nog een tijdje met Fatim, de ongetrouwde zus van Yayah. Vijfentwinig jaar en geen werk. Ze had werk in een soort van callcenter, maar dat werk stopte. Nu was ze al een tijd op zoek naar iets anders. Het liefste wilde ze een eigen kledingwinkel beginnen. Ze kwam heel slim over en sprak vloeiend Engels. De moeder van het stel kwam even later ook binnen. Zij was de markt op geweest met een mand vol spulletjes die ze, net als alle andere Afrikaanse vrouwen, op haar hoofd draagt. Ze hoopt zo wat te verdienen. Ze sprak geen Engels, maar Fatim hielp vertalen. Uiteraard kochten wij wat spulletjes uit haar mand en tot slot gaven wij de familie nog een zak rijst waar ze zeker een maand van kunnen eten. Het minste wat we konden doen.

Vol met indrukken werden we terug naar ons hotel gebracht. Wat een bizarre, andere wereld is dit. We leerden in de dagen erna nog veel meer Gambianen kennen die met heel veel moeite de eindjes aan elkaar moeten knopen, maar ze noemen Gambia niet voor niets 'the smiling coast of Africa'. Iedereen lacht en is vrolijk. Ook al loop je door, heb je even geen zin in weer een praatje – want echt om de tien meter wordt je aangeklampt door iemand die iets aan je wil slijten, van taxirit, tot spulletjes, van voetenmassage tot lokale gids – ze blijven lachen en zeggen dan meestal 'maybe tomorrow'.

Door de stichting van Laura en Tom te sponseren weet ik dat ik toch iets nuttigs kan doen voor een aantal Gambianen en dat alles wat ze ontvangen ook daadwerkelijk naar de kinderen of de kippen gaat. Ik had de reis van mijn leven en ik zal Yayah en zijn familie niet snel vergeten.

Kijk op www.sinchoualgahie.nl voor meer informatie of op de Facebookpagina Stichting Sinchou Algahie. Helpen kan al door voor een euro een kip te sponseren of voor vijf euro een kind een maand lang naar school te laten gaan.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding

Advertenties uit de krant