Oosterpark en het gemis van stip aan de horizon

RIDDERKERK - Deze dagen worden (of zijn) bijna vijfduizend bomen en struiken in het Oosterpark bij geplant. Om de beplanting de komende jaren te laten uit te groeien tot een volwassen bos moet er nog veel gebeuren. Daarvoor zou er plan moeten liggen, maar helaas is dat er niet. Eens in de zes jaar bekijkt Staatsbosbeheer wat er moet gebeuren. Zodra een bos is aangelegd, bekent dat er daar een bepaalde mate van onderhoud (met name een regelmatige dunning) bij hoort. Bij deze nieuwe beplanting staan de bomen op ongeveer één meter uit elkaar. Dat is handig, want door de grote dichtheid, het weinige licht en ruimte tussen de bomen en struiken krijgt onkruid minder kans. Het stamhout van de bomen krijgt daarnaast minder noesten, omdat de boompjes geen grote zijtakken kunnen ontwikkelen. Dat is later gunstig bij de verkoop van het stamhout.  

In een bos van rond de dertig jaar zouden de bomen voor een goede ontwikkeling ongeveer zes meter uit elkaar moeten staan. Dit kan men goed het nabij gelegen en ongeveer even oude Gorzenpark zien. Het is eenvoudig uit rekenen hoe vaak men moet dunnen om dat voor elkaar te krijgen, want grote ingrepen in één keer zijn ook niet goed. Bomen die (te)dicht op elkaar staan profiteren van de buren om minder stamhout te maken. Daardoor kunnen ze sneller omhoog schieten naar het licht. Dit gebeurde door lichtelijk tegen elkaar te leunen. Maar na een flinke dunning hebben bomen drie tot zes jaar nodig om zich aan de veranderde situatie aan te passen. Al die tijd zijn ze labiel en kunnen ze snel omwaaien.

Om grote ingrepen te vermijden wordt in een beheersplan vastgelegd op welke wijze naar een vooraf bepaald eindbeeld wordt toegewerkt. Dan weet men welke werkzaamheden er aan komen en kan er een financiële planning gemaakt worden. In het verleden is het Gorzenpark wel regelmatig gedund. Vergelijk de plantafstand en de grootte van de bomen maar eens met het ongeveer even oude Oosterpark. Daarbij kan ook nog wordt aangetekend dat de bomen in het Oosterpark in rijke tuindersgrond staan en die in de Gorzen in een dunne leeflaag die over een dikke laag puin en afval is heen gestort. De betere ontwikkeling van de bomen in de Gorzen is vooral te danken aan tijdig onderhoud.