De hoofdagenten Sollie en Punt bij hun surveillanceauto
De hoofdagenten Sollie en Punt bij hun surveillanceauto
rubriek

Oud Ridderkerk: De voertuigen van de Ridderkerkse gemeentepolitie

Algemeen

Jarenlang was dat de fiets en kort na de oorlog zelfs niet eens voor iedereen. Een nieuwe agent werd geleerd hoe hij zó langzaam kon fietsen dat hij net niet omviel. Wat moest je anders twee uur in Bolnes met de omvang die het aanvankelijk had.

In 1948 werd, na de toewijzing van een aankoopvergunning door het Ministerie van Justitie, het eerste dienstmotorvoertuig aangeschaft: een personenauto, merk Vauxhall Velox. Deze auto was overigens al sinds 1940 in gebruik bij de gemeente Ridderkerk, maar kreeg (als tweedehandsje voor de politie) dus een meer exclusieve bestemming. Al spoedig volgde de aankoop van een motorrijwiel met zijspan.

Patrouille  

In de loop der jaren werd het voertuigenpark regelmatig vervangen en uitgebreid. Piet Brand vertelt: In 1948 werd de ‘motordienst’ opgericht. Twee motoren met zijspan vormden het materieel. Na veel overleg en heen-en-weergepraat werden vier dienders als bestuurders aangewezen, met name: Evert Leeuwis, Evert Roos, Jan Rijsdijk en ik. Wij kregen speciale kleding, zoals een lederen jekker en broek, witte koppel met schouderband en witte pet.

Het was niet alleen patrouille rijden, want de dienst werd ook veelvuldig ingezet voor begeleiding van ongewone of belangrijke transporten. Later werden dit soort transporten bij de gemeentegrens overgenomen door de plaatselijke gemeentepolitie of de rijkspolitie, maar aanvankelijk maakten wij het transport zelf af, wel tot Amsterdam, Tilburg of zelfs Assen aan toe. Eens per jaar werd de dagtocht van de Ridderkerkse ouden van dagen begeleid.

Zijspan

Als een enkeling zich onderscheidt van het collectief, al is het maar met een witte pet, dan liggen naijver en leedvermaak op de loer. Niet alles binnen deze dienst verliep altijd gladjes, zo moest Evert Roos ondervinden, toen hij voor een melding met spoed naar Bolnes gedirigeerd werd. Roos had als motorrijder bij de Utrechtse politie al de nodige ervaring opgedaan, maar het rijden met een zijspan was toch nog wel wat anders. 

Bij de kruising Kievitsweg / Donckselaan kwam hij met het hele spul in de sloot terecht. Tot zijn middel nat en met het kroos op zijn pet kwam hij geheel ontredderd aan het bureau. En alsof dit al niet pijnlijk genoeg was informeerden de burgers in Bolnes, als Roos daar zijn gezicht liet zien, zelfs na jaren nog geïnteresseerd of hij nog steeds bij de politie te water werkzaam was.

Stand-in bijrijder

Zeer persoonlijk werd de scepter gezwaaid door adjudant Fortuin, die uiterst selectief en streng bepaalde wie er chauffeur mochten zijn en wie niet. En het bezitten van een rijbewijs was hierin niet leidend. Zo waren er in 1965 welgeteld 8 (hoofd)agenten, die de proeve van bekwaamheid bij de adjudant persoonlijk met goed gevolg hadden afgelegd. 

Deze bevoorrechten reden dan ook nog in koppels, dus de meeste dienders van de surveillancedienst reden op de fiets. Soms was er maar één chauffeur in dienst en dan kon je geluk hebben als je als stand-in bijrijder mocht fungeren.

Op en neer racen

Na iedere dienst moesten rittenlijsten met tijden en kilometerstanden worden ingevuld, die door de adjudant regelmatig werden gecontroleerd. Elk systeem vertoont echter zijn zwakke kanten, zo ook dit. Als er ‘s nachts behoefte bestond aan de inzet van een auto, maar er was geen bevoegde chauffeur in dienst, dan gebeurde het wel dat een diender de stoute schoenen aantrok en de Combi pakte om bijvoorbeeld naar Bolnes te rijden. Na afhandeling van de melding reed men dezelfde weg achteruit terug, zodat bij terugplaatsing in de garage de kilometerstand weer was ‘hersteld’.

En als in een rustige nachtdienst de bemanning in slaap viel en tegen de ochtend wakker schrok, dan was het zaak om nog even de rijksweg een paar keer op en neer te racen, zodat er uiteindelijk een kilometerstand ontstond, die meer recht deed aan een nachtdienst met actieve surveillance.

Albert van Andel 1947-1919

De Oudheidkamer is weer open. De eerste wisselexpositie wordt verzorgd door gymnastiekvereniging OKK die 125 jaar bestaat. De openingstijden zijn: woensdag t/m zaterdag van 13.30-16.30 uur.

Advertenties uit de krant