1) Carnissegriend, 2) Gaatkensplas en 3) Jan Gerritsenpolder
1) Carnissegriend, 2) Gaatkensplas en 3) Jan Gerritsenpolder

De Carnisse griendcultuur op IJsselmonde: veel verschillende contrasten

Algemeen

Natuurlijk is op IJsselmonde geen plekje meer onberoerd door menselijk ingrijpen. En daar is het eiland niet uniek in. Maar toen ik de gps gegevens van mijn mobiele telefoon op een kaart van Google Earth plaatste ontstond dit opvallend plaatje. Wat een contrasten op één wandeling van 6,5 km!

We starten in de Carnisse griend (1). Om op de onderhoudskosten te besparen wordt de griendcultuur in de Carnissegriend nog maar in en klein gebied in stand gehouden. De rest ontwikkelt zich tot een wilgenvloedbos. Het is een gebied waar de bever zich goed thuis voelt ze heeft hier zelfs meerdere burchten. Let tijdens uw wandeling er eens op of u ook beversporen ziet.

Opspuiten

De Carnisse griend is in het begin van de jaren zeventig gered door de actiegroep ’Redt de Carnisse grienden’. Uit de actiegroep is in 1972 de Vereniging de Carnisse Grienden ontstaan. De reden was dat de baggermaatschappij Volker een deel van de Carnisse grienden met slib wilde vol spuiten en om het daarna als recreatiegebied aan het Recreatieschap Oude Maas te verkopen.

Dat opspuiten is hier verhinderd, maar is wel gebeurd met de ernaast gelegen Jan Gerritsenpolder (3). Deze is later voorzien van een prominente uitkijkheuvel, opgeworpen met grond die vrijkwam toen de Gaatkensplas werd aangelegd. Dit sterk verbreedde water had de naam de Zuidpolderse boezem en brengt het water van de Groote duiker naar de Koedood.

Bewoningssporen

Op de bodem van de Gaatkensplas (2) liggen bewoningssporen van ruim 6000 jaar oud. Hier woonden kleine boeren op een oeverwal in een nat gebied en leefden vooral van eigen bouw, jacht en visvangst. Om deze archeologische vindplaats te behouden en te beschermen is de plas ter plaatse minder diep uit gegraven dan de bedoeling was. Dit Rijksmonument uit de nieuwe steentijd is afgedekt met worteldoek met daarop een flinke laag grind.

Nadat we langs de oevers van de Gaatkensplas hebben gelopen richten onze ogen zich op de uitzichtheuvel van de Jan Gerritsenpolder. Na de beklimming krijgen we als beloning een prachtig uitzicht over de Oude Maas.

Eb en vloed

Het eiland IJsselmonde wordt omgeven door rivieren die onderhevig zijn aan de eb en vloed beweging omdat ze in verbinding staan met de zee. Dat is in Europa bijzonder want de meeste Deltagebieden zijn door dammen en sluizen beveiligd tegen hoge waterstanden (stormvloeden). Om die reden zijn ook de natuurgebieden die onderhevig zijn aan eb en vloed zeldzaam geworden.

Tweemaal per dag voert de Oude Maas het water af en aan. Dat heeft invloed op de flora en fauna langs de oevers. Er komen zeldzame planten voor. Zo groeit in de grienden langs zijn oevers de spindotter. Een dotterbloem die zichzelf kan stekken. Met vloed drijft de stek naar een slikrandje om elders opnieuw te wortelen. Op deze wijze kan de spindotter zich overal in het getijdegebied vestigen. 

Getijdegriend

Op IJsselmonde is deze bijzondere dotterbloem dan ook niet zeldzaam. Wel is het aantal grienden sterk geslonken. Rond 1900 had Nederland ca. 14000 hectare griend. Omdat de vraag naar wilgenhout afnam kregen veel gebieden een andere bestemming. In 1977 resteerde naar nog 2348 hectare griend, waarvan van 247 ha getijdegriend. Inmiddels is dat weer geslonken en nu resteren nog slechts 5 getijde grienden die groter zijn dan 5 hectare. 

Bijna al die gebieden zijn gelegen op het eiland IJsselmonde. Omdat we ze in onze omgeving redelijk veel zien vergeten we bijna hoe bijzonder dat is!

Vertrek bij de parkeerplaats van de Carnisse grienden: Portlandse Zeedijk, 2993 AL Barendrecht.

aartvandragt@natuurvereniging-ijsselmonde.nl

Advertenties uit de krant