De door amateurarcheoloog   Dirk de Jong gevonden meloenkraal uit de Romeinse Tijd.
De door amateurarcheoloog Dirk de Jong gevonden meloenkraal uit de Romeinse Tijd.
rubriek

Oud Ridderkerk: Nogmaals, een kijkje in de Westmolendijk

Algemeen

In de zomer van 2015 werd dwars door de Westmolendijk, ter hoogte van het woonwagenkamp, een nieuwe persleiding voor het riool geplaatst. Amateurarcheoloog Dirk de Jong vond in de uitgegraven grond aardewerk en steengoed scherven uit de Middeleeuwen en uit de Nieuwe Tijd.

Na aanmelding bij de gemeente Ridderkerk en het BOOR (Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam) heeft het BOOR toen één dag veldwerk verricht in de sleuf in de dijk. Een maand later werd nog een dag gegraven waarbij ook de lagen onder het wegdek zijn onderzocht.

Het onderzoeksterrein, groot 12 x 2m, lag dwars op de Westmolendijk. Het doel van de onderzoekjes was het verzamelen van gegevens van het dijklichaam zoals de opbouw van het dijklichaam, de datering van de onderste (en wellicht ook oudste) delen en het traceren van eventuele bewoningssporen. Daarvoor werd een profiel gemaakt, boringen gezet, monsters genomen en vondsten verzameld.

Belang onderzoek

De Westmolendijk maakte in de Late Middeleeuwen deel uit van het dijkenstelsel dat de Riederwaard moest beschermen tegen overstromingen. De Riederwaard besloeg een groot deel van het huidige eiland IJsselmonde. De Westmolendijk beschermde de polder tegen wateroverlast van de Merwede, de rivier die toen langs Ridderkerk stroomde. 

In de periode 1373-1375 ging de Riederwaard door overstromingen ten onder. Vanaf 1404 vormde deze dijk de oostelijke begrenzing van het in dat jaar drooggelegde deel van de Riederwaard dat later Oud-Reijerwaard werd genoemd. Nu ligt daar de wijk Drievliet. De oude dijk doet geen dienst meer, maar is wel behouden in het landschap.

Resultaten

Het dijklichaam bestond uit lagen klei, zand, veen en rietpakketten afkomstig uit verschillende tijdvakken. C14 onderzoek van de diepst gelegen rietpakketten maakte duidelijk dat die tussen het begin van de 12e en het eind van 14e eeuw waren gevormd. De aardewerkscherven uit de 12e eeuw zijn waarschijnlijk afkomstig van een buitendijks gelegen plaats waar aarde werd gehaald om de dijk op te hogen. Bij de aanleg van de dijk zou een bewoningsplaats uit de Romeinse Tijd vergraven kunnen zijn waarbij voorwerpen in de dijk terecht kwamen. 

Het gebruik van pakketten riet met kluiten klei als versteviging van de dijk was niet ongebruikelijk. Na de overstroming in 1374 van de Riederwaard kregen de dijkherstellers het recht riet te halen in de buitendijkse gebieden. Aan de richting van de lagen aarde was te zien dat de kruin van de dijk zich wat naar buiten verplaatst had in de loop der tijd. Het uitbreiden/verhogen van de dijk vond blijkbaar aan de buitenkant van de dijk plaats.

Vondsten

Amateurarcheoloog en educatief tekenaar Kelvin Wilson vond stukken bewerkt eikenhout die mogelijk afkomstig zijn van middeleeuwse meubels. Ook vond hij enkele scherven uit de Romeinse tijd. Amateurarcheoloog Dirk de Jong vond aardewerkscherven uit de Romeinse Tijd, de Late Middeleeuwen en uit de Nieuwe Tijd. Opvallend waren een mes en een sleutel.

Een heel bijzondere vondst was een glazen meloenkraal uit de Romeinse Tijd. Een meloenkraal is een afgeronde kraal met een gat door het midden en met ribben aan de buitenkant die van gat naar gat gaan. Kleine exemplaren werden in halskettingen verwerkt. Grotere exemplaren bevestigde men aan paardentuig. Iets verder richting de rotonde vond hij een baardmankruikje en een zalfpotje van steengoed.

Els de Winter

Foto Dirk de Jong
Gebruikte literatuur: BOORnotitie 22 door W. Zijl

Advertenties uit de krant