De vroegere gereformeerde kerk aan de Kerkweg
De vroegere gereformeerde kerk aan de Kerkweg

Mijn naoorlogse jeugd in de Gereformeerde Kerk in Ridderkerk

Algemeen

Op zondag gingen wij twee maal te voet naar de kerk die op de plaats stond waar nu het gebouw New Work staat tegenover de ingang van het winkelcentrum De Ridderhof aan de Kerkweg.

rubriek Stichting Oud Ridderkerk

Wij leefden in ons eigen besloten kerkelijke wereldje: je was klant bij de gereformeerde bakker (Koster), de slager (Bol) en de groenteboer (Verveer) en ook je vriendjes had je van je eigen school. Buiten onze kerk kenden wij nauwelijks mensen omdat wij daar niet mee om gingen. Pas in militaire dienst kwam ik jongens tegen die over veel dingen totaal anders dachten dan ik. En dat was soms best een schok voor deze dorpsjongen.

Tot die tijd stond voor ons alles vast: de wereld was in zes dagen geschapen en zesduizend jaar oud, het stond zo in de Bijbel en dus was het zo. Berichten over een zogenaamde ‘evolutieleer’ werden lacherig afgedaan met de opmerking dat wij ‘van de apen’ afstamden. De man was het hoofd van de echtvereniging en vrouwen moesten de mannen onderdanig zijn. Paulus had dat eens zo geschreven en daar kon dus niet aan getornd worden. 

Het was zelfs zo dat wanneer een gereformeerde jongen met een hervormd meisje trouwde, er mensen waren die meewarig het hoofd schudden en zeiden: ‘twee geloven op een kussen daar slaapt de duivel tussen.’

Gereformeerden werden ook wel spottend ‘dolerenden’ genoemd, terwijl vrijwel niemand wist wat dat woord betekent. Het is helemaal geen scheldwoord maar het betekent kortweg ‘klagenden’ omdat zij vonden dat hen bij de afscheiding in 1886 het kerkelijk erfgoed, waar ze recht op dachten te hebben, onthouden was.

Toch sijpelden er ook berichten door over zogenaamde ‘Dolle Mina’s die ‘baas in eigen buik’ meenden te zijn. Bezettingen, opstand tegen het wettig gezag, dat soort berichten waren niet populair in onze kringen want ‘de overheid droeg het zwaard niet tevergeefs.’ Zeven kinderen en een huisorgel, dat was de definitie van een gereformeerd gezin met als extra een busje van de Vrije Universiteit op dat orgel met daarop het portret van de stichter Abraham, De Geweldige, Kuyper. Zo was het altijd geweest en zo moest het vooral blijven.

Maar in de jaren ’50 en ’60 kwamen er wel meer dingen op hun kop te staan.

Knapenclub
Dat gereformeerd zijn hield in dat je ook naar catechisatie ging en de jeugdverenigingen bezocht.

Voor de jongsten, van circa 12 tot 16 jaar was er in Ridderkerk voor de meisjes de Meisjesclub Maria en voor de jongens de Knapenclub Samuel. Alles nog gescheiden in die tijd, een gezamenlijke vereniging was er nog niet, dat kwam later pas.

Op de vergadering van de knapenclub - één maal per week in de consistorie van de kerk aan de Kerkweg - werd voor de pauze een Bijbelverhaal verteld. Na de pauze deden we een spelletje of knutselden we iets. In mijn knapentijd was één van de leiders Teun van Prooijen, een man die erg goed in puzzels was. Vooral in cryptogrammen waar wij niets van snapten.

Wij zijn ook een keer ‘op kamp’ geweest in Oisterwijk waar wij bij een boerderij in een grote tent sliepen. Dat was keten tot ’s avonds laat, dat snapt u wel. De leiders kregen er een punthoofd van en hebben die week niet veel geslapen. Wij trouwens ook niet. Als iemand iets deed wat ons niet aanstond, gooiden we hem gewoon in de beek die langs de boerderij liep. Niet erg christelijk, ik weet het.

Teun Rijsdijk

In het boek Ridderkerk na de Tweede Wereldoorlog vertelt Teun Rijsdijk verder over zijn ervaringen. Het boek is verkrijgbaar in de Oudheidkamer en bij Boekhandel De Ridderhof voor € 25. 

De openingstijden van de Oudheidkamer aan de Kerksingel zijn: woensdag t/m zaterdag van 13.30 tot 16.30 uur. Toegang gratis.

Advertenties uit de krant