Antwoord op Open Brief

Geachte mevrouw Stolk,
Op uw open brief van 26 januari jl. hierbij mijn reactie:
Op grond van de Gemeentewet bereidt het college van burgemeester en wethouders (college) beslissingen van de raad voor. Dit leidt tot raadsvoorstellen van het college aan de raad. Het college kan dit doen op eigen initiatief, maar ook op verzoek van de raad. De raad kan bijvoorbeeld in een motie het college verzoeken met een bepaald raadsvoorstel te komen. Er zijn voor het college geen beperkingen om raadsvoorstellen in te dienen. Noch de Gemeentewet noch andere wet- of regelgeving legt het college beperkingen op. Is een raadsvoorstel door de raad verworpen, dan is het college vrij om over dat onderwerp aan de raad een nieuw raadsvoorstel te doen.

Evenementenbeleid
In de begroting 2020 had de raad opgenomen dat er in 2020 een nieuwe evenementenbeleid zou worden opgesteld. In een motie heeft de raad het college o.a. verzocht daarin op te nemen een jaarlijkse financiƫle bijdrage ter stimulering van andere evenementen in geheel Ridderkerk, waaronder een jaarlijks groot evenement op het Koningsplein.
Wat het college nu gaat doen, is een vraag die niet aan de adviseur van de raad (de griffier) gesteld moet worden. Wat ik wel weet, is dat nu het raadsvoorstel is verworpen de genoemde motie er nog steeds ligt, met het genoemde verzoek aan het college.

Burgerinitiatief
De Verordening Burgerinitiatief is lokale wet- en regelgeving die door de raad van Ridderkerk is vastgesteld. Hierin is opgenomen wat de raad verstaat onder een burgerinitiatief, aan welke eisen het moet voldoen en wanneer het door de raad in behandeling wordt genomen. Bepaald is o.a. dat een burgerinitiatief niet in behandeling wordt genomen als de gemeenteraad in de afgelopen twee jaar over het onderwerp van het burgerinitiatief heeft gesproken. Overigens zijn er tal van andere mogelijkheden om initiatieven onder de aandacht van het gemeentebestuur te brengen. Dit gebeurt ook regelmatig.

Een raadsvoorstel is dus iets heel anders dan een burgerinitiatief. Beide zijn alleen al gebaseerd op andere wet- en regelgeving. Van gelijke gevallen kan daarom niet worden gesproken en naar mijn mening al helemaal niet van rechtsongelijkheid.

Met vriendelijke groet,
de griffier,
Johan van Straalen