Verschil van mening over eerste recht van koop

(vervolg van voorpagina) De gemeente heeft het eerste recht van koop voor de vroegere school. Het college wil daarnaast geen bod doen op de woning en alles wat in het museum staat. Ad Los staat op het standpunt dat het "alles of niks” is. Hij ziet alles wat de afgelopen 25 jaar is opgebouwd als een onlosmakelijk geheel en wil het integraal verkopen. Aan de gemeente is, conform de leveringsakte, twee maanden de tijd gegund om al of niet gebruik te maken van het eerste recht van koop. Hiervoor vindt deze week een extra raadsvergadering plaats. Het college vraagt een krediet van 755.000 euro om het gebouw en het herdenkingsmonument bij het schoolplein terug te kunnen kopen. Volgens burgemeester en wethouders betekent het vastgelegde het eerste kooprecht niet dat ook de woning en de museuminventaris door de gemeente gekocht moeten worden. De advocaat van Ad Los ziet dit als "cherry picking” en ontmanteling van de gesloten koopovereenkomst. Met het aanbod aan de gemeente is 2,6 miljoen gevraagd voor het geheel.
Het college staat op het eerste recht van koop omdat bij doorverkoop de openbare toegankelijk op de tocht staat van het schoollokaal waar op 10 mei 1940 de capitulatie werd getekend. Dit was één van de voorwaarden bij de verkoop in 1996, maar juridisch is niet vastgelegd dat dit ook voor een nieuwe koper moet gelden en het gebouw in de huidige vorm behouden moet blijven. Volgens burgemeester en wethouder is er een minnelijke oplossing mogelijk als deze voorwaarden in de koopakte van de derde partij worden opgenomen. Daarbij wil de gemeente ook weer een eerste recht van koop. Omdat men het hierover niet eens kan worden houdt het college vast aan het kopen van alleen het schoolgebouw.