De zorg voor vlinders en insecten kan beter
De zorg voor vlinders en insecten kan beter Foto: S. D. Elzerman

Om de insecten te helpen is meer nodig

Twee jaar geleden werden enkele bermen in Ridderkerk ingezaaid met een bloemenmengsel. Het idee was om hiermee het aanbod aan nectar te vergroten, waar insecten van kunnen profiteren. Dat is ook nodig, want het gaat erg slecht met de insecten. Nu we twee/drie jaar verder zijn vroeg ik mij af hoe de bloemenstroken er bij liggen. Worden de insecten nu structureel geholpen?
Het is half mei als ik een kijkje neem bij de berm langs de Populierenlaan. Wat direct opvalt is dat er nauwelijks bloeiende bloemen staan. Het koele voorjaar zorgt dit jaar voor een latere bloei, maar op verschillende plekken in de omgeving staan de bermen vol in bloei. Ik ben dus niet te vroeg. Het ligt aan de samenstelling van de bloemenstrook. Tussen het groen steken de gele bloemen van het Groot streepzaad uit en de eerste Margrieten staan in bloei. Verder staan er vooral ruigtekruiden en grassen, waaronder Ridderzuring, Grote brandnetel, Fluitenkruid, Kleefkruid, IJle dravik, Gewone kropaar en Paardenbloem. Opvallend genoeg zie ik nauwelijks meer soorten uit het oorspronkelijke zaadmengsel. Dat bestond voor een groot deel uit uitheemse soorten. Het zijn soorten die zich niet of onvoldoende kunnen aanpassen aan de lokale omstandigheden. De ruigtekruiden en grassen, die hier nu staan, hebben één ding gemeen: ze houden van een voedselrijke en bewerkte bodem. Het maaibeheer is een zeer belangrijk onderdeel voor het in stand houden van een bloemrijke berm. De tijdstip van het jaar en het wel of niet afvoeren van het maaisel bepalen voor een groot deel hoe de vegetatie zich ontwikkelt. In dit geval is waarschijnlijk laat in het jaar gemaaid en/of geklepeld. Bij het klepelen wordt de vegetatie verhakseld en blijft in kleine stukjes op de grond liggen om te verteren. Dit is een goedkope vorm van beheer, maar hierdoor komen de voedingsstoffen weer in de bodem terecht. Het klinkt tegenstrijdig, maar om meer bloemen te krijgen moet je de bodem verarmen. Dat is op een kleibodem moeilijk, omdat daar van nature al veel voedingsstoffen in zitten. Maar niet onmogelijk. Kijk maar eens naar de Ringdijk, waar het waterschap al jaren maait en het maaisel afvoert. Tussen Slikkerveer en Bolnes is het nu helemaal geel van de boterbloemen. En dat is ook te bereiken in bermen binnen de bebouwde kom. In Rotterdam-Zuid zijn bermen verdeeld in blokken, waar steeds delen van gemaaid worden. Hierdoor ontstaat een mozaïek aan pas gemaaide stukken en ongemaaide delen. Dit heeft binnen een paar jaar tot een grotere diversiteit aan planten en vlinders geleid. Met dit in het achterhoofd is het jammer om te zien dat de insecten alleen van een smalle bloemenstrook langs de Populierenlaan mogen profiteren. De rest van de berm wordt regelmatig gemaaid en bestaat uit gemillimeterd gras met hier en daar een Madeliefje. De strook met bloembollen langs de weg geeft een fleurige uitstraling, maar heeft beperkte waarde voor insecten. Het zou mooi zijn als de gemeente het advies van de Natuurvereniging Eiland IJsselmonde opvolgt: zorg voor meer variatie door op verschillende momenten te maaien, laat stukken vegetatie staan voor de overwintering van insecten, voer het maaisel af om verrijking met voedingsstoffen te voorkomen. Op de lange termijn levert dit meer op voor de insecten dan het inzaaien met bloemenmengsels.

Tekst en foto: Sander Elzerman