Wij herders

Wij herders zijn geen vrome dromers,
aldoor op zoek naar zin;
maar wat ons nu is overkomen –
de schrik zit er nog in!
Alsof de maan op aarde daalde,
een ster steeds nader kwam,
zo’n overstelpend licht omstraalde
ons tot het kleinste lam.

Een engel die ons hart kon lezen
zei ons niet bang te zijn;
geen rampspoed hadden wij te vrezen,
ons wachtte enkel heil.
Een nieuwe David was geboren,
een aardse hemelprins,
één die juist ons wou toebehoren,
ons aan elkaar verbindt.

Door zoveel stemmen aangesproken,
door engelen begroet,
met licht en liefde aangestoken
vertrokken wij met spoed,
op zoek naar ’t kind dat was geboren –
wij vonden het in slaap
en zagen in het ochtendgloren:
dit is Gods zwarte schaap …

Martin de Geus

www.deridderdichters.nl