Leen Pons inspecteert zijn appels
Leen Pons inspecteert zijn appels Foto:

Over tuinbouw en fruitteelt in Ridderkerk

De Nederlandse tuinbouw heeft zich altijd sterk op de export gericht. Al in de jarentwintig van de vorige eeuw vond ongeveer 70 procent van de producten hun weg naar het buitenland. Terwijl de landbouw voor de oorlog al moeilijke tijden doormaakte, groeide de tuinbouw en vooral ook de bloementeelt stevig door. De exportwaarde van de bloemkwekerijgewassen was in 1996 zeven miljard gulden, nog maar twee miljard minder dan de exportwaarde van de voedingstuinbouw. Nederland heeft na 1945 een sterke concurrentiepositie kunnen opbouwen.
Het tot stand komen van een Europese markt heeft in de tuinbouw de exportgerichtheid versterkt. Begin jaren zeventig begonnen de Nederlandse tuinders siergewassen als snijbloemen, groene planten en bloeiende planten voor decoratieve doeleinden te telen. Ook in Ridderkerk. Dat is ondertussen uitgegroeid tot een belangrijk onderdeel van de tuinbouw. Iets meer dan de helft van de oppervlakte in Nederland werd in het jaar 2000 gebruikt voorsierteelt.
In Nederland is vanaf de jaren vijftig de consumptie van verse groenten snel toegenomen. De top drie van onder glas geteelde tuinbouwproducten bestaat vanaf die jaren uit tomaten, komkommer en sla. Sinds 1975 is de paprika met stip gestegen in alle denkbare varianten rood, groen geel en oranje. De kassen maken het mogelijk het hele jaar door te leveren. De tuinbouw had door intensivering, moderne productiemethoden en schaalvergroting omstreeks 2000 het grootste aandeel in de verkoop van Nederlandse agrarische producten.

Fruitteelt
In de fruitteelt vergrootten de oplopende arbeidskosten voor onder andere sorteren en plukken de druk op productievermeerdering en rationalisering van de productie. Fruitteler Leen Pons (1926-2018) wist de noodzakelijke schaalvergroting op te vangen door op zijn areaal de bomen dichter bij elkaar te plaatsen. Voor dat andere plantsysteem had hij wel een onderstam nodig die niet snel groeide. Anders zouden de wortels elkaar in de ondergrond in de weg zitten. Op dezelfde oppervlakte wist hij zo het aantal bomen van 1000 te laten toenemen tot 2000 à 2500. En hij ging van hoogstam naar laagstam. Voor die grotere oogsten waren weer andere materialen nodig. De simpele veilingkist verdween en werd vervangen door de kuubkist. Die was zo zwaar dat alleen een trekker met een hefmechanisme aan het eind die kon vervoeren. Een grote zwaardere wagen was weer nodig om de kisten appels van 320 kilo of kisten peren van 200 kilo naar de Barendrechtse veiling te vervoeren. En ook druppelbevloeiing bij de boom was onontbeerlijk. Deed je dat niet dan was je afhankelijk van het vaak onvoorspelbare weer waardoor de opbrengst en de kwaliteit zwaar tegen konden vallen. Al die grote investeringen – van laagstam tot gemechaniseerd vervoer - moesten uiteindelijk wel uit de productie betaald kunnen worden. En dat bij een groeiende onzekerheid van de markt. Want zuidelijke Europese staten en Zuid-Amerikaanse staten konden door een vroegere oogst en zeer lage arbeidskosten vaak eerder dan hier voor een concurrerende prijs fruit aanbieden.
Leen Pons: ‘Ik ben nog eens met mensen van het ministerie naar Paraguay, Brazilië en Chili geweest om daar te leren hoe de Granny Smiths werden verpakt. Maar uiteindelijk kon ik niet anders en heb in 1997 via de Europese rooiregeling alles laten rooien. Voorwaarden: het hele bedrijf moest weg en 15 jaar lang geen aanplant. Er werd elk jaar gecontroleerd. Ik ben mijn land gaan verhuren. Nu staat er gras op, voor het zaad’.

Dick de Winter

Lees meer over ontwikkelingen in de agrarische sector in het boek Ridderkerk na de Tweede Wereldoorlog Ontwikkeling & Verandering. Het is voor € 25 verkrijgbaar in de Oudheidkamer en bij Boekhandel De Ridderhof. Vanwege de coronaregels is de Oudheidkamer momenteel gesloten. Ook de boekwinkel is dicht, maar er kunnen wel boeken besteld worden.