INGEZONDEN

Hopeloos Openbaar Vervoer

In Ridderkerk hebben we een mobiliteitsplan. Daarin staan hele goede en doordachte dingen over hoe we ons in de, nabije, toekomst gaan verplaatsen. Zowel binnen als buiten het dorp.
Natuurlijk is er gekrakeel over; je kunt het nooit iedereen naar de zin maken. Er zitten goede dingen in. Zoals het terugbrengen van de snelheid op de meeste wegen naar 30 kilometer per uur, en eenrichtingsverkeer rond het centrum. Gelijk invoeren! Dat is goed voor de geluidsoverlast. Lopen en fietsen geeft geen milieuoverlast.
Om mensen te bewegen om uit hun “blikken koets” te komen wordt er gekeken naar de bekende commerciële vervoerders. Die moeten voor lokaal vervoer zorgen; de boemeltjes door de wijken. Ook voor de wat grotere afstanden wil men goede verbindingen onderhouden dit heet Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV). Het gaat dan om vervoer naar de Kralingse zoom of het Zuidplein. Je kunt ook op de Waterbus stappen.
Om al dat openbaar vervoer de ruimte te geven wordt hier en daar gekeken naar extra voorrang en busbanen. Beide “oplossingen” zijn echter zinloos! Want binnen het dorp is er geen ruimte voor busbanen. Of je moet heel veel parkeervakken en groenstroken opofferen voor een minieme verbetering in de doorstroming. Het gaat dan om twee (2) minuten.
Buiten het dorp is er ook nauwelijks winst te halen. Want op de Verbindingsweg is geen ruimte meer door de kabel- & buizenpoststrook die men heeft gemaakt naast de weg. En bij de IJsselmondse knoop is de korte route naar de A15 vervallen door ruimte gebrek. Tevens moet de snelbus op de A15 gewoon aanschuiven achter al die andere mensen die naar hun werk moeten. Want ook daar is geen plek meer voor een busbaan.
Dit alles wordt bevestigd door ervaringsdeskundigen, die al jaren met het openbaar vervoer reizen. Dat heet nu nog “Snelbus”.
Door bovengenoemde problemen wordt het steeds meer Hopeloos Openbaar Vervoer, en kan het Hoogwaardig wel in de prullenbak.

Namens de Werkgroep Lucht & Geluid van het wijkoverleg West van de gemeente Ridderkerk, 

G. Noot en C.G.J. Broeders


Misbruik van verhoging gasprijs bij warmtebedrijven

Is het ook bij u doorgedrongen dat de gasprijs op dit moment acht keer zo duur is geworden? (de Volkskrant, 24 december 2021) Mogen de tarieven van de warmtebedrijven die ons warmte leveren, daarom ook tot torenhoogte worden opgetrokken? De prijs voor warmte is immers gekoppeld aan de gasprijs, dus: gasprijs omhoog, automatisch warmteprijs omhoog.

Controle
Zijn die prijsverhogingen gerechtvaardigd? In principe mogen hogere prijzen door de leveranciers worden vastgesteld. Maar de toezichthouder ACM (Autoriteit Consument en Markt) wil met de eerder aangenomen Warmtewet in de hand bewoners die meestal afhankelijk zijn van één warmteaanbieder (er is geen concurrentie!), beschermen tegen te hoge prijzen. In de wet wordt alleen gesproken over de koppeling van de prijs voor warmte en gas. Helaas zit daar een gat in de wet! Aanbieders van warmte in de netten zijn namelijk niet in alle gevallen bij hun levering alleen maar afhankelijk van gas. Sommige bedrijven maken bijvoorbeeld deels gebruik van gas omdat ze restwarmte gebruiken bij opwekking van elektriciteit.
De ACM heeft de warmtebedrijven daarom gewaarschuwd dat ze zal controleren of er misbruik van de wet wordt gemaakt, of de onderbouwing van de prijsverhoging deugt. De tarieven mogen volgens de toezichthouder met maximaal 67 procent stijgen. Voor een gemiddeld huishouden zou dat in 2022 op 2542 euro uitkomen, voor 2021 is dat 1523 euro.

Consequenties
Wat betekent het voor Ridderkerk als de gemeente bij monde van wethouder Marten Japenga een warmtenet wil doorzetten? Eerst was ingezet op het Rotterdamse Warmtebedrijf. Maar dat is failliet. Wordt nu ingestemd met de raffinaderijen in Europoort die de levering van restwarmte en aanleg van een net willen overnemen? Indien dat gebeurt zal de ACM met als basis de Warmtewet ongetwijfeld geen of onvoldoende invloed kunnen uitoefenen op grote prijsstijgingen. Bovendien op die manier wordt de fossiele industrie bevorderd en in stand gehouden.

Dick de Winter, werkgroep Lucht & Geluid