Stichting In Mind and Body dreigt dakloos te worden
AlgemeenRIDDERKERK - Na 22 jaar dreigt het doek te vallen voor de stichting In Mind and Body. Vorige week heeft het bestuur te horen gekregen dat de gemeente geen onderdak kan (of wil) bieden aan deze unieke stichting.
Begonnen als Aikido-club in 2000 met 20 leden en uitgegroeid naar een multimodale, non-profit stichting met 140 deelnemers waar naast Aikido onder andere ook lessen Tai Chi, Yoga worden gegeven, is deze stichting het slachtoffer van haar eigen succes geworden. Het bestemmingsplan van het vorige college leek nog volop mogelijkheden te bieden om de activiteiten in de voormalig huishoudschool voort te zetten. De stichting werd zelfs genoemd als maatschappelijke partner, vooral door de laagdrempeligheid van de lesgelden. Maar na de gemeenteraadsverkiezingen zijn de kaarten opnieuw geschud. Geheel tegen de verwachtingen in ontving het bestuur deze zomer een schrijven waarin werd gesommeerd om het gebouw per eind augustus te verlaten. Een alternatieve locatie werd niet geboden. Na overleg met de gemeente werd deze datum één maand uitgesteld en daar bleef het bij. Eind september valt het doek. Na een vurig pleidooi van voorzitter Arjen de Jong in de commissievergadering van afgelopen donderdag waarin in hij de gemeente om hulp vraagt, is het hopen dat er alsnog een andere bestuurlijke wind gaat waaien. Arjen legde uit dat de stichting een slachtoffer van zijn eigen succes is geworden. “Wij hadden jaren terug niet kunnen voorzien dat we zo groot zouden worden. Wij hebben elke dag activiteiten voor jong en oud en doen dat uitsluitend met vrijwilligers en zonder subsidie. Wij vragen ons af wat we in een gemeente als Ridderkerk anders hadden moeten doen om op ondersteuning van de ambtelijke organisaties te mogen rekenen.”
Voor het stichtingsbestuur smaken de druiven nu bijzonder zuur: ”Het lot van In Mind and Body lijkt illustratief voor de bestuurlijke onmacht (of onwil) in onze gemeente en een voorbeeld van hoe groot de afstand is geworden tussen de woorden en daden van onze bestuurlijke organisaties.”