RAGOM lijnbus eind jaren ’30
RAGOM lijnbus eind jaren ’30

Historisch openbaar vervoer rond Ridderkerk (deel 2)

Algemeen

In de eerste aflevering van dit artikel was sprake van een overvloed van autobusbuslijnen in Rotterdam. Het begin van de jaren ‘20 van de vorige eeuw kenmerkte zich o.a. door nieuwe stadsuitbreidingen, ook in zuidelijke richting. De enkele tramlijn (9) was niet in staat het personenvervoer op te vangen vanuit die nieuwe wijken in Zuid naar het stadscentrum. 

rubriek Stichting Oud Ridderkerk

Op 11 januari 1923 startte ondernemer Aart de Jong daarom met één T-Fordbusje een uurdienst van Tuindorp Vreewijk naar het Stieltjesplein. Vandaar konden de passagiers lopend over de Maasbruggen het stadscentrum bereiken of na de brug overstappen op de tram. Aart de Jong’s T.A.O.O (Tuindorp Auto Omnibus Onderneming) voorzag in een behoefte en al spoedig reden zijn 4 Fordjes een 10-minutendienst. Zijn succes bleef echter niet onopgemerkt, met als gevolg dat er op Aart’s traject in augustus al 8 andere ondernemers hun diensten aanboden. In maart 1924 reden niet minder dan 180 bussen op verschillende stadslijnen, waarvan ± 140 van het bekende Ford T-type. Er volgde een hevige concurrentiestrijd.

Aart de Jong begreep dat zijn broodwinning in gevaar kwam en hij de bakens moest verzetten. In een gesprek met de Hoofdinspecteur Vervoer de heer Meyer, kreeg hij het advies zijn bus-activiteiten te verplaatsen naar dorpen in de regio. Hij schatte dit advies goed in en op 11 maart 1924 startte hij een buslijn Zwijndrecht-Rotterdam. Aanvankelijk met collega B.J.Kop, die een aftandse Mercedes-bus op de kop had getikt, die al spoedig als onbruikbaar moest worden afgevoerd. Aart zette door! Zo was de T(uindorp).A.O.O, Z(wijn-drechtse) A.O.O. geworden. Al spoedig probeerden andere ondernemers ook, met min of meer succes, hun brood te verdienen op dit traject. Aart kwam in contact met de heer Ringelberg, ook een bekende naam in onze gemeente. Hij bracht een bus in, ook nog een mede-ondernemer en binnen korte tijd reed de Z.A.O.O met 5 Fordjes, zodat een frequente dienst kon worden onderhouden. De eerder genoemde N.V. Autobus Omnibusdienst Ridderkerk had intussen een lijn geopend Zwijndrecht-H.I.Ambacht-Ridderkerk, zodat men ook daar aansluiting had op vervoer naar Rotterdam. In juli 1925 volgde de overname van de Autobusdienst “Rijsoord”, wat weer resulteerde in december 1926 onder een nieuwe naam; ZABO. In mei 1935 kwam door onenigheid een einde aan de onderlinge samenwerking en ging de familie de Jong verder als touringcarbedrijf en werd de naam ZABO gebruikt voor het opzetten van een carrosseriebedrijf. Ook de familie Ringelberg schakelde later over van lijndienst op tourwerk.

RAGOM ontstond uit een fusie van Omnibusmaatschappij “IJsselmonde” (traject Rotterdam / Grote Markt-IJsselmonde-Bolnes-Slikkerveer-Ridderkerk) en N.V. Auto-Omnibusdienst “Ridderkerk”. (traject Ridderkerk-Oostendam-H.I.Ambacht-Zwijndrecht veer). Als directeur werd benoemd de heer G.Groenenboom. Vooral de lijn naar de Grote Markt was erg druk. Al snel werden er 7 Fords met langsbanken aangeschaft en kon het lijnennet uitgebreid worden. Een retour Ridderkerk-Rotterdam kostte 65 cent. In april 1936, op het hoogtepunt van de crisistijd, nam J(oost) Ravesteyn sr. de leiding van het bedrijf op zich. Hij was reeds eigenaar van de ESOO, de Sliedrechtse autobusonderneming en zijn broer P.Ravesteyn was mede-eigenaar van de EVAG, vervoerbedrijf in Vlaardingen. In de loop van 1936 werd de RAGOM door de familie Ravesteyn overgenomen en werd J.Ravesteyn jr. als directeur van de RAGOM aangesteld. Ondanks de crisistijd, waarin de prijs van een retourtje al was verlaagd tot 40 cent, ging het de RAGOM niet slecht. De vraag naar openbaar vervoer trok aan en er werden steeds meer bussen aangekocht, zodat aan het begin van de Tweede Wereldoorlog over een wagenpark van 28 bussen werd beschikt. Het werd een moeilijke tijd. Brandstof werd gerantsoeneerd, onderdelen en vooral nieuwe banden vereisten zoektochten. Bovendien werden vervoersbedrijven verplicht tot concentratie op basis van vergunningen. Het tijdperk van de “Twee Provinciën” brak aan. Daarover leest u in deel 3.
                       Ton Remans