Afbeelding

Frits Hilgers: 'Ik had na mijn aftreden opeens veel vrije avonden'

Algemeen

RIDDERKERK - Frits Hilgers (70) is in 1947 in Nijmegen geboren. Groeide op in een onderwijsgezin met negen kinderen. Hij werkte in de jaren zeventig en tachtig als beleidsambtenaar in de gemeentes Ridderkerk en Rotterdam. In 1985 werd hij raadslid voor de PvdA in Ridderkerk en van 1989 tot juni 2000 was hij wethouder van financiën, onderwijs en sociale zaken.

door Peter Meij

Waarom ben je politiek actief geworden voor de PvdA?
Dat heeft met de tijdgeest van de zeventiger jaren te maken. Het ideaal van het kabinet Den Uyl 'spreiding van macht, inkomen en kennis' sprak mij aan. Het ging mij toen en nu om solidariteit, over de sterkste schouders die de zwaarste lasten dragen en over een rechtvaardige spreiding van kennis, macht en inkomen. Die ideologische veren draagt de PvdA nog met trots!

Welke rol speelt een ambtenaar bij het adviseren van een wethouder?
Wethouders zijn geen vakspecialisten op de beleidsterreinen waar ze politiek verantwoordelijk voor zijn. Je probeert er als ambtenaar achter te komen wat de wethouder politiek wil bereiken en geeft ze advies wat er in Ridderkerk mogelijk is bij hun dossiers.

De PvdA was in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw de grootste politieke partij in de gemeenteraad. Kan je een beeld van de PvdA geven in die tijd?
Voor de gemeenteraadsverkiezingen in 1978 werd er voor het eerst in de partijafdeling van de PvdA gediscussieerd over het verkiezingsprogramma. Voor die tijd leverden de PvdA-wethouders Kogelenberg en van den Berg een briefje in met de speerpunten voor het verkiezingsprogramma en begon iedereen te applaudisseren. Dat waren echt andere tijden. Het is geen verwijt aan die mannen. Die hebben veel gedaan om Ridderkerk te maken zoals het nu is. De PvdA-wethouders uit die tijd kwamen het dorp niet uit. Het waren echt lokale bestuurders en dat deden ze met hart en ziel.

Cor van den Berg en Rinus Kogelenberg waren decennia lang zeer markante PvdA-bestuurders. Onder hun verantwoordelijkheid maakte Ridderkerk een stormachtige groei door. Kan je voorbeelden geven hoe de invloed van deze PvdA-wethouders zichtbaar is geworden in Ridderkerk?
Van den Berg voerde een actief volkshuisvestingsbeleid. Iedereen moest een woning of flat kunnen krijgen. Hij zorgde er ook dat voor dat er voldoende werkgelegenheid kwam door tegen de zin van de toenmalige grote werkgevers nieuwe industrieterreinen aan te leggen. Kogelenberg heeft geknokt om het openbaar onderwijs een kans te geven. De toenmalige nieuwbouw van het Gemini College heeft hij mede mogelijk gemaakt.

In 1985 word je beëdigd als raadslid, in 1986 gekozen tot fractievoorzitter en 1989 benoemd tot wethouder. Dat ging snel.
Richting de verkiezingen van 1986 was er een stroming in de PvdA-afdeling dat vond dat er vernieuwing nodig was op de kieslijst. De tumultueus verlopen ledenvergadering heeft toen voor een klein trauma gezorgd binnen de afdeling. Om de rust te bewaren werd niet alles over hoop gehaald. Leo Schoots werd de nieuwe lijsttrekker, maar Jos van Gameren mocht na veel interne discussie op plaats twee blijven staan en zou de tweede wethouderskandidaat zijn. Een paar weken na de ledenvergadering maakte Jos echter bekend dat hij gemeentesecretaris werd in Sliedrecht. Toen schoof ik door naar de positie van fractievoorzitter. Leo Schoots en Rinus Lagendijk werden de PvdA-wethouders in het nieuwe college. In 1989 werd Schoots benoemd tot lid van de Tweede Kamer. Toen ben ik hem opgevolgd als wethouder.

Is de stap van raadslid naar wethouder groot?
Dat is een hele grote stap. Ook al kende ik die omgeving, zowel van de ambtelijke kant als vanuit de raad. Als wethouder moet je het zelf doen, je bepaalt de beleidsrichting en beoordeelt welke mogelijkheden er zijn. Het kost tijd voordat je dat op een rij hebt. Ook aan de samenwerking in het college moest ik wennen. Er was een gezamenlijk collegeprogramma, maar onder burgemeester Verplanke was het niet de bedoeling dat je iets vond van de portefeuille van een andere wethouder.

Wie waren in jouw tijd als wethouder de spraakmakende raadsleden?.
Veldhoen was een fenomeen en is dat altijd gebleven. Van Gent had ook zijn eigen plekje in de SGP-fractie. Bij het CDA was het Arie van Nes, de nestor van de raad. Nooit gesnapt dat hij met een dergelijk trackrecord later is overgestapt naar een andere politieke partij.

Waarom zag de PvdA het niet zitten om met de SGP een college te vormen in de jaren negentig?
Ik heb terugkijkend geleerd dat de politiek veel meer gaat over chemie tussen mensen dan over politieke verschillen. Veldhoen was gewoon een moeilijke man om mee samen te werken. Met zijn opvolger Arie den Ouden kan ik lezen en schrijven. Ook met de SGP deelde je 90 procent van de ideeën over het dorp. Het gaat niet over PvdA straatstenen of SGP-lantarenpalen. Over standvastigheid gesproken: Arie den Ouden was de derde fractievoorzitter van de SGP sinds de Tweede Wereldoorlog. Jos Wienen was ook van een andere politieke partij en ook daarmee heb ik uitstekend kunnen samenwerken. Met Veldhoen ging dat niet.

Waarom ontstond er een conflict met de SGP over het nieuwe centrumplan?
De clash met de SGP over het nieuwe gemeentehuis ging niet over de noodzaak van een nieuw centrum, maar zij vonden dat het gemeentehuis teveel geld ging kosten. Wij zagen het als een kans om het centrum heel mooi neer te zetten. Je moet er toch niet aan denken dat je het rommelige centrum van toen met de HEMA en het busstation er nu nog zou staan. Sinds het Koningsplein is afgebouwd kijk ik met groot plezier naar het plein. Zonder dat college van B&W in 94/98 zou het centrum er heel anders uitgezien hebben.

Je was ook een pleitbezorger van de Stadsregio.
Ridderkerk is veel te klein om alles zelf te regelen. Veel belangrijke onderwerpen worden alleen in regionaal verband geregeld. Dan is het verstandig om op regionaal niveau mee te praten. Regionaal denken, lokaal doen. Dan komt Ridderkerk ten goede. Veldhoens denken hield op bij de grens van Ridderkerk. Toen de stadsregio alsnog door de Tweede Kamer werd afgeblazen, ben ik echt een tijdje van slag geweest.

Niet bang geweest dat Ridderkerk in regionaal verband te weinig inbreng zou hebben t.o.v. Rotterdam?
We hadden die angst helemaal niet. Daar waren we zelf bij. Met ons hielden ze rekening.

Waarom stop je in juni 2000 halverwege je derde collegeperiode als wethouder?
Als wethouder heb je na 11 jaar een houdbaarheidstermijn. Het was mijn eigen afweging om te stoppen, maar in de partij speelde ook de discussie wie er als nieuwe kandidaat naar voren geschoven zou worden. Ik wilde uiterlijk in 2001 vertrekken om mijn opvolger de kans te geven om zich in te werken en om voor de volgende verkiezingen al enige bekendheid te verwerven via berichtjes in De Combinatie. Maar Sjaak van der Tak, wethouder in Rotterdam, wilde mij graag al in 2010 aanstellen als projectleider van de dienst Stadstoezicht in Rotterdam

Miste je de politiek na je aftreden?
Natuurlijk miste ik de politiek. Burgemeester Harm Bruins Slot was vernieuwend bezig. Hij heeft er mede voor gezorgd dat er een andere wind ging waaien in Ridderkerk. Dat was verfrissend. Wij gingen als college een dag de hei op om te werken aan onze persoonlijke kwaliteiten. Dat was onvoorstelbaar onder zijn voorganger Verplanke. Ik had na mijn aftreden opeens veel vrije avonden.

Hoe kijk je aan tegen de opkomst van de lokale partijen? In jouw tijd als wethouder bestonden die nog niet.
Ik kan mij enerzijds voorstellen dat kiezers lokale partijen aantrekkelijk vinden, maar anderzijds is het ook een gemakkelijke keuze. Alsof per definitie een lokale partij beter is dan een landelijk georganiseerde partij. Dat vind ik raar. Het heeft met het tijdsgewricht te maken. Mensen willen heel duidelijk voelen dat die club er voor hen is. Het is meer een gevoel dan een rationele afweging.

Advertenties uit de krant