Afbeelding

Excursie Ridderkerkse griend

Algemeen

RIDDERKERK - Zaterdag 24 februari geeft beverexpert Jaap Nispeling  een excursie in het Ridderkerkse griend. De start is om 10 uur bij de ingang van het Gorzengriend bij Pegasus aan de Haven 24 Ridderkerk. Deelname is gratis. Aanmelden via  https://www.natuurvereniging-ijsselmonde.nl/agenda/

Grienden zijn de cultuurvormen van het vloedbos, dat vroeger een belangrijk deel van het Hollandse landschap uit maakte. Wie op het eiland IJsselmonde woont vindt het eigenlijk ook  heel gewoon dat er op verschillende plaatsen griendcomplexen zijn. Omdat de waterstand in de rivieren aan de bewegingen van eb en vloed onderhevig zijn worden deze grienden getijdegrienden genoemd. Die zijn in Nederland en de rest van Europa zeer zeldzaam . Ca.97 procent van alle getijdegrienden in Nederland bevinden zich aan de oevers van de rivieren die rond eiland IJsselmonde stromen.

Omdat de Ridderkerkse grienden  samen met de Rhoonse en Carnisse grienden (75 ha) de vrijwel de enige nog deels onderhouden getijdegriend-complexen in Nederland zijn, is de cultuurhistorische en natuurwaarde van deze grienden zeer groot.  Een voorbeeld: In deze grienden groeit een ondersoort van de dotterbloem, de spindotter. De spindotter maakt gebruik van de getijdebeweging om zich te verspreiden en wordt alleen in Nederland gevonden.

Grienden herinneren aan die rivierbossen. Maar ze zijn aangelegd door de mens. Als het land zo hoog is opgeslibd dat het bij een gewone vloed niet meer onderliep begon men met de aanleg van een kade. Daarna volgde de aanleg van de akkers. Men maakte deze akkers ca. 3 meter breed en ongeveer 100 meter lang, al naar gelang de plaatse­lijke omstandigheden. Tussen deze akkertjes groef men greppels, die tijdens vloed vol water stromen. De vrijgekomen grond wierp men op de akkers, zodanig dat ze een enigszins ronde vorm kregen. Een grote kreek, die in verbinding staat met de rivier, zorgt voor de hoofdtoevoer van het water. Deze kreek heeft allerlei zijsloten (leigreppels), die de grienden inleiden, welke op hun beurt weer de greppels voeden. Bij eb wordt het overtollige water via de greppels naar de in de kade geplaatste duikers geleid en geloosd. Daarna kon men beginnen met het inplanten van wilgen. Deze wilgen worden om de 3 tot 4 jaar geknot om de wilgentwijgen te kunnen verkopen. Na veertig, vijftig jaar loopt de productie terug en moeten de oude knotbomen vervangen worden.

Na de Tweede wereldoorlog verminderde de vraag naar griendhout snel. Nieuwe producten gemaakt van stoffen als plastics verdrongen het natuurproduct van de markt. Sindsdien is het aantal grienden sterk afgenomen. Ook in de Ridderkerkse griend laat men een deel verwilderen tot wilgenvloedbos.  

Advertenties uit de krant