Een foto van hoe de Nutsschool in Slikkerveer er vroeger uit zag.
Een foto van hoe de Nutsschool in Slikkerveer er vroeger uit zag.
rubriek

Oud Ridderkerk: kaal geknipte moffenmeiden in Slikkerveer - deel 1

Algemeen

Slikkerveer, het is kort na de bevrijding. De zesjarige Carl Baart staat met zijn vader op het trottoir achter het hek van de Nutsschool aan de Willemstraat. Hij is niet de enige jeugdige. Er staan er meer, maar ook volwassenen. Hij ziet dames op het schoolplein die met Duitse militairen omgang hebben gehad en die door de Slikkerveerse kappers Stok en Dekker worden kaalgeknipt.

Eerst had hij die dames nog op een open wagen door Slikkerveer zien rijden, met joelende kinderen er achteraan. Er staan ook BS’ers op het plein, in uniform en met het wapen in de hand. Maar bij het kaalknippen blijft het niet. Geknipt en wel worden de vrouwen gedwongen op het plein bokkie te springen en het Wilhelmus te zingen. Als ze langs het hek komen worden ze bespuugd door omstanders die tegen het hek naarvoren dringen.

Groeninx

De vrouwen krijgen verwensingen en scheldwoorden naar het hoofd geslingerd. Het zal de kappers hebben aangemoedigd hun werk te doen. Maar een echte ‘killersmentaliteit’ heerst er niet. Dan verschijnt plotseling jonkheer Groeninx van Zoelen van Huys ten Donck op het plein. 

Je herkent hem zo: stok in de hand en gekleed in zijn bekende knicker bocker. Hij praat met de BS’ers, overlegt en gebaart. En dan is het plotseling voorbij. Zijn autoriteit is groot genoeg om het weinig verheffende tafereel te stoppen. De omstanders gaan allemaal naar huis. Het opmerkelijke optreden van ‘de baron’ zoals hij ook wel genoemd wordt, maakt op de kleine Carl een grote indruk. Wat er daarna met de vrouwen gebeurde weet hij niet.

Bijltjesdag

Tijdens de bezetting verwachtte men in Nederland dat wanneer de bevrijding zou zijn aangebroken met landverraders, zoals NSB’ers en moffenmeiden, hardhandig zou worden afgerekend. Op die dag – Bijltjesdag, zoals dat in de volksmond heette - zou wraak genomen worden op al diegenen die hand- en spandiensten aan de vijand hadden verleend. 

Gebeurtenissen in Frankrijk en afrekeningen in het bevrijde zuiden van Nederland die in de illegale pers gepubliceerd werden, versterkten die gevoelens. Na Dolle Dinsdag (5 september 1944) ontvluchtte een Ridderkerkse de gemeente mede uit angst ‘voor een kale kop’.

Grove beledigingen

Er bestond geen twijfel onder de bevolking: er zou bloed vloeien. Maar tot een echte algemene bloedige afrekening is het toen de bevrijding daar eenmaal was, niet gekomen. Dat blijkt ook uit het voorbeeld van Slikkerveer. Slechts in enkele gevallen zijn er in ons land slachtoffers gevallen. De regering in Londen waarschuwde daar ook voor. Maar niet altijd kon de situatie in de hand gehouden worden. 

En bij aanhoudingen die verricht werden, ging het zeker niet altijd overal even zachtzinnig toe. Grove beledigingen en vernederingen waren eerder regel dan uitzondering. Ook in Ridderkerk werden verwensingen geuit, en werd er gescholden en gespuugd.

Brood-NSB’ers

Soms ook werden huizen van NSB’ers bestormd en door een woedende menigte geplunderd. Voor zover bekend is dat in Ridderkerk niet voorgekomen. Onterechte arrestaties kwamen wel voor als gevolg van jaloezie, voortsluimerende burenruzie en oud zeer. Een schrijnend voorbeeld deed zich voor in Slikkerveer. Daar probeerde een weduwe met een kind wat bij te verdienen door voor enkele ingekwartierde Duitsers de was te doen. Ook zij werd na de bevrijding kaalgeknipt.

Maar zelden werd bij arrestaties onderscheid gemaakt tussen fervente landverraders en eenvoudige leden en sympathisanten (’brood-NSB’ers’) die geen mens ooit kwaad hadden gedaan. Vrouwen en kinderen wachtten vaak een zelfde lot. Mensonterende, beschamende tonelen hebben zich in praktisch iedere stad of dorp afgespeeld.

Standaardwerk

Informatie: In 2010 nam de Stichting Oud Ridderkerk het initiatief om de geschiedenis van Ridderkerk tijdens de Tweede Wereldoorlog te beschrijven. Het resultaat was het standaardwerk “Ridderkerk en de Tweede Wereldoorlog”. Dit kloeke boekwerk van maar liefst 624 bladzijden verscheen in april 2012 en is nog te koop. 

De Ridderkerkse historicus Dick de Winter schreef vele hoofdstukken, waaronder bovenstaand artikel, en verzorgde de eindredactie. De Oudheidkamer is i.v.m. de coronacrisis tot nader orde gesloten.

Advertenties uit de krant