Rob Kint en Werner Swaneveld staan minstens drie keer per week op de baan
Rob Kint en Werner Swaneveld staan minstens drie keer per week op de baan Foto: Johan Kruithof

Topfitte tachtigers op de tennisbaan blijven in beweging

Algemeen

RIDDERKERK - Dit jaar werd het tennisseizoen van Rob Kint en Werner Swaneveld bekroond met het Nederlands kampioenschap in de categorie 80+. Het seniorenduo van de Ridderkerkse tennisvereniging RLTC versloeg bij dit veteranentoernooi in Etten-Leur dubbels die hoger in de ranking stonden.
"Er waren spelers bij uit Groningen en Terneuzen. Wij weten niet of wij ooit nog zo ver voor een wedstrijd zullen reizen" zeggen Werner (82) en Rob (bijna 82), die wel volop actief zijn met de 50+ wedstrijden in de regio. Ze troeven nog vaak hun jongere tegenstanders af. "We hebben al zeker tien eendaagse toernooien gewonnen. Dan speel je op een dag vier wedstrijden van een uur. En vaak zijn we dan de oudsten" erkennen de oudgedienden, die ook het 70+ toernooi in Dordrecht op hun naam schreven. Naast de toernooien draaien ze jaarlijks ook in de competities mee. De twee spelen dan vaak ook op donderdag en vrijdag. "Ook dan doen we niet voor spek en bonen mee. We zijn al vijf keer kampioen van de regio geworden."

Seniorenclubje
Het is het resultaat van een leven lang sporten en trouw blijven trainen. Bij RLTC doen de veteranen mee met een seniorenclubje, waarmee twee tot drie keer in de week getraind wordt. Beiden komen altijd met de fiets naar de tennisbaan. Ze drinken nooit teveel, roken is uit den boze en medicijnen lijken ze niet te kennen. "We hebben het geluk dat we beiden lang gezond blijven. Dat heb je niet in de hand, want dat zit in je genen. Maar je kunt het wel beïnvloeden door je conditie niet te verwaarlozen. Het is voor ons echt een kwestie van zoveel mogelijk blijven bewegen."
Rob Kwint illustreert dit met een voorbeeld: "Voetballen thuis kijk ik terwijl ik op de hometrainer zit. De meesten zitten dan op de bank met een blikje bier. Ik drink geen cola en neem niks uit de frituur."

Sporten heeft Kwint altijd gedaan. Hij begon op jonge leeftijd met zwemmen en kwam daarna als waterpoloër uit in de hoofdklasse. Om fit te blijven werd het daarna tennis. Ook Swaneveld heeft een lange sportcarrière. Als wielrenner zat hij in de profploeg van Pellenaars en na het fietsen speelde hij als zaalvoetballer in de eerste klasse van de KNVB. Tennissen doet hij inmiddels meer dan veertig jaar. Hij was twintig jaar lid van de Ridderkerkse tennisvereniging Reyerbos en werd er meerdere malen clubkampioen. Bij RLTC hebben ze heren zich de afgelopen vijftien jaar goed leren kennen. "We spelen ook wel in andere samenstellingen, maar we hebben samen echt een klik. We weten wat we aan elkaar hebben" stellen de titelhouders.

Fanatiek
Als tachtigers doen ze zeker niet aan wandeltennis. "We lopen nog goed. Je moet echt met een goed dropshot komen om de bal niet terug te zien." Bij de trainingen wordt weleens gedold, maar in hun wedstrijden kunnen ze nog behoorlijk fanatiek zijn. "Het is niet zo dat ik mijn racket stuksla, maar ik gooi er wel mee als ik een makkelijke bal heb gemist" zegt Werner over zijn gedrevenheid. De sporter in de heren wil gewoon graag winnen. Maar ze zijn niet zo fanatiek dat ze discussies aangaan of een bal al of niet uit was. "Daar gaan we echt niet over bekvechten. Zo'n punt wordt dan gewoon over gespeeld. Daar gaan we ons echt niet over opwinden. We zijn niet voor niets zo oud geworden."

Advertenties uit de krant